Minister, het is vandaag Wereldtoiletdag, dat konden we vanmorgen al in het nieuws horen. Dat kadert bijvoorbeeld in een aanklacht van chauffeurs van De Lijn, die zegden dat ze daar te weinig gebruik van kunnen maken. Ik denk dat ze gelijk hebben. Maar spijtig genoeg geldt dat niet alleen daar.
Nochtans is naar het toilet moeten gaan de normaalste zaak ter wereld. Van een gezin met jonge kinderen tot ouderen: een toilet kunnen vinden moet een evidentie zijn. We kunnen ons allemaal wel van die situaties voorstellen dat je er zelf dringend nood aan hebt, of je staat in een winkel waar ouders met een kind dringend komen vragen of het mag of niet. Vaak zijn er ook mensen met een beperking die geen toegankelijk toilet vinden en zo verder. Veel Vlamingen ervaren vandaag een gebrek aan faciliteiten. Dat kan voor iedereen lastig zijn, en in het bijzonder voor mensen met bepaalde aandoeningen. Voor sommige mensen kan de angst om geen toilet te vinden zelfs een rem zetten op hun sociaal leven.
Daarom keurde het Vlaams Parlement aan het einde van vorige legislatuur, tijdens de laatste nachtelijke zitting, mijn voorstel van resolutie ter zake unaniem goed. Ik kan u zeggen, minister, dat dit een thema is waar vaak nog veel taboe rond hangt. Dat heb ik hier tijdens de vorige legislatuur meermaals in diverse commissies aangekaart. Ik kan u verzekeren dat ik van heel veel mensen heel veel reacties krijg. Ze zeggen dat een gebrek aan een openbaar toilet hen inderdaad thuishoudt, omdat iemand bijvoorbeeld een bepaalde aandoening heeft. Het is echt iets waar we moeten op inzetten als we werk willen maken van een inclusieve maatschappij. Ook VRT hecht belang aan het topic en zendt dit najaar onder de noemer ‘De grote boodschap’ een reeks uit over darmgezondheid en naar het toilet gaan, dus ook over de nood aan voldoende toiletgelegenheid.
Kernboodschap van de resolutie die we eerder dit jaar goedkeurden, was te voorzien in voldoende, toegankelijke en goed onderhouden openbare toiletten, alsook ervoor te zorgen dat mensen die er nood aan hebben, die gemakkelijk kunnen vinden. Dit laatste door bijvoorbeeld een goede informatie-uitwisseling te verzekeren tussen de centrale databank daarover die het Vlaams expertisecentrum toegankelijkheid Inter beheert en de app HogeNood. Een andere vraag betreft het invoeren van een uniforme toiletpas. We hadden daar in de resolutie een datum op gezet, namelijk 1 juli 2025, om ook in het bijzonder personeel van winkel- en horecazaken te informeren over de toepassing ervan. Ook wordt gevraagd om na te gaan hoe ervoor gezorgd kan worden dat mensen aan de buitenzijde van horecazaken kunnen weten of een toilet toegankelijk is voor mensen met een verminderde mobiliteit.
Ik heb hierover volgende vragen, minister.
Onderschrijft u het belang van een uniforme toiletpas die mensen met gezondheidsproblemen de toegang tot een toilet moet kunnen verzekeren?
Hoe zult u ervoor zorgen dat er tegen 1 juli 2025 zo’n uniforme toiletpas zal zijn die bekend is bij en gehonoreerd wordt door winkel- en horecapersoneel? We hebben deze vraag uitdrukkelijk gesteld, minister, maar eigenlijk zou dat een tijdelijke maatregel moeten zijn en zouden we ernaar moeten streven dat een toiletpas niet meer nodig is omdat er voldoende aanbod is.
Op welke manier kunnen horecazaken worden aangespoord om al aan de ingang aan klanten te laten weten of het toilet toegankelijk is voor rolstoelgebruikers en mensen met een verminderde mobiliteit, om deze mensen niet voor onaangename verrassingen te stellen?
Welke maatregelen plant u in navolging van de genoemde resolutie en om ervoor te zorgen dat mensen in Vlaanderen geen moeilijkheden meer ervaren bij het vinden van een toilet?
Minister Gennez heeft het woord.
Minister Caroline Gennez
Mevrouw Schryvers, het is inderdaad Wereldtoiletdag. Dat is een door de VN erkende werelddag. Die is gebaseerd op het Sustainable Development Goal 6 (SDG 6) van de VN, waarbij we tegen 2030 mondiaal werk willen maken van schoon water en sanitair. Toegang tot gepaste en degelijke sanitaire voorzieningen en hygiëne voor iedereen is de doelstelling, en een einde maken aan openbare ontlasting. Ik denk dat het op Internationale Mannendag ook geen kwaad kan om daar nog eens aan te refereren, ook met aandacht voor de netheid van onze publieke ruimte. De VN vraagt ook speciale aandacht voor vrouwen en meisjes in kwetsbare situaties. Het is dus een opdracht voor ons allemaal.
Ik sta zeker achter het idee van een uniforme toiletpas, collega Schryvers. Ik onderzoek ook de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de resolutie.
Stomadragers en personen met een medische aandoening waardoor ze darm- en/of blaasproblemen hebben, kunnen een toiletpas aanvragen via toiletpas.be. Die is ontstaan vanuit Stoma Vlaanderen, zoals u ongetwijfeld weet. Ook via de MS-Liga Vlaanderen (multiple sclerose) en de Crohn & Colitis Ulcerosa Vereniging kan een toiletpas worden aangevraagd. Die is momenteel al redelijk uniform.
De toiletpas verleent toegang tot de sanitaire installaties van hotels, cafés, restaurants, lokale zelfstandigen, winkelketens en vrije beroepen die aangesloten zijn bij het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ), Comeos, Horeca Vlaanderen en UNIZO. Het is misschien nog niet algemeen bekend, maar dan moeten we zeker bijdragen tot die bekendmaking.
Op welke manier kunnen horecazaken worden aangespoord? Eind 2023 lanceerde Inter de webapplicatie IedereenOveral.be om de toegankelijkheid van restaurants en cafés op een gebruiksvriendelijke manier in kaart te brengen. Een toegankelijk toilet vormt een cruciaal onderdeel van de horecabeleving. Met dit project wordt voor rolstoelgebruikers en mensen met beperkte mobiliteit al heel wat extra informatie beschikbaar gesteld over het sanitair in Vlaamse horecazaken.
Met het platform IedereenOveral.be worden drie doelstellingen nagestreefd. Ten eerste: mensen met een beperking online informeren over de toegankelijkheid van restaurants en cafés. Ten tweede: de sector en uitbaters van eet- en drinkgelegenheden sensibiliseren over het belang van toegankelijkheid en hen informeren over goede toegankelijkheidsoplossingen. Ze kunnen daarbij voor adviezen op maat steeds terecht bij Inter. Ten derde: de toegankelijkheidsinspanningen van deze uitbaters waarderen en kenbaar maken door het uitreiken van toegankelijkheidsmedailles. Met die toegankelijkheidsmedailles drukken we onze waardering uit voor de inspanningen van horeca-uitbaters, maar kunnen mensen met een beperking ook snel zien of er een aangepast toilet is. Zaken die een gouden medaille hebben behaald, krijgen die ook fysiek toegestuurd, onder de vorm van een sticker die ze zichtbaar aan de inkom van hun zaak kunnen kleven.
Inter blijft IedereenOveral verder promoten via al zijn sociale media. Het is belangrijk om zoveel mogelijk restaurant- en café-uitbaters in Vlaanderen te overtuigen om de informatie over hun zaak toe te voegen aan de applicatie. Zij kunnen dat volledig zelfstandig, aan de hand van een vragenlijst die hen stap voor stap begeleidt om de correcte toegankelijkheidinformatie in kaart te brengen. Recent lanceerde Inter ook een visitekaartje dat mensen bij hun bezoek kunnen afgeven aan de uitbater. Het roept de uitbater op om deel te nemen aan IedereenOveral. Inter bekijkt ook samen met Horeca Vlaanderen welke gezamenlijke initiatieven nog mogelijk zijn om toegankelijkheid op de kaart te zetten.
Na de eerste fase van het project IedereenOveral, waarin restaurants en cafés centraal stonden, is na overleg met Niets Over Ons Zonder Ons (NOOZO), de adviesraad van en voor mensen met een handicap, en naar aanleiding van uw parlementaire resolutie, ervoor gekozen om de applicatie IedereenOveral.be uit te breiden met publiek sanitair.
Aan Inter werd intussen de opdracht gegeven om samen met ervaringsdeskundigen een bondige set aan toegankelijkheidscriteria uit te werken rond toegankelijke toiletten. Zodra dat ook softwarematig geïmplementeerd is, zullen eigenaars en beheerders van publiek toegankelijk sanitair aan de slag kunnen om hun informatie te inventariseren en te delen.
Ik voorzie dat IedereenOveral.be tegen de zomer van 2025 klaar zal zijn om de toegankelijkheidsinformatie over de toiletten te inventariseren. Op dat moment zullen we daar samen met Inter over communiceren. Bij de uitbreiding van IedereenOveral wordt er ook specifiek aandacht besteed aan het gebruiksvriendelijk openstellen van de data voor hergebruik door andere applicaties, zoals Hoge Nood of On Wheels. We onderzoeken ook op welke manier de informatie ook een plaatsje kan krijgen op de website van de uitbater zelf, of bijvoorbeeld op de website van de gemeente.
We voorzien ook nog verdere uitbreidingen van het platform. In 2025 willen we samen met Toerisme Vlaanderen zorgen voor de aanvulling van IedereenOveral met toeristische infrastructuur. Op langere termijn is het eventueel uit te breiden met tal van gebouwtypes, zoals handelszaken, bibliotheken, sportinfrastructuur, gemeentehuizen enzovoort, stuk voor stuk plekken waar sanitair niet de hoofdfocus draagt, maar wel een cruciaal onderdeel is bij de toegankelijke inrichting.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitvoerige antwoord.
Ik ben toch wel tevreden met de maatregelen die zijn getroffen. Als ik daar via mijn parlementair werk en via die resolutie een klein duwtje aan heb kunnen geven, dan is dat precies de reden om in het parlement te zitten. We kunnen namelijk allemaal bijdragen om een aantal zaken in beweging te zetten en verandering te brengen en daardoor, hier specifiek vanuit deze commissie, zorgen voor meer welzijn voor mensen. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat het voor iedereen veel fijner is wanneer je zeker bent dat je op een redelijke afstand een toilet kunt vinden dat dan ook nog goed onderhouden is. Bovendien geeft het mensen met een bepaalde aandoening of mensen die minder mobiel zijn, meer mogelijkheden om te participeren aan het maatschappelijk leven. En dat is wat we natuurlijk moeten doen.
Je hebt natuurlijk enerzijds de categorie openbare toiletten. Ik mag hopen dat ook de beleidsprogramma’s van de lokale besturen voor de volgende periode daar aandacht aan zullen geven. Aan de andere kant, en dat is waar u ook op wijst, zijn er de opengestelde toiletten. We hebben zoveel gebouwen, zoveel openbare voorzieningen, bibliotheken, sportclubs, zelfs zorgvoorzieningen, waar toegankelijke toiletten aanwezig zijn, maar waarvan mensen niet weten dat ze er terechtkunnen. We moeten natuurlijk overleggen over de voorwaarden. Ik weet dat onderhoud een belangrijk issue is. Maar als we dat kunnen nagaan en daar mee voor kunnen zorgen, dan zouden dat allemaal stappen vooruit zijn. We mogen als Vlaanderen op dat vlak echt niet achterblijven.
Voor wat betreft die uniforme toiletpas, wil ik u toch vragen om daar werk van te maken, want er zijn er nu verschillende. U zegt dat die redelijk uniform is en dat verschillende organisaties die hebben. Maar als dat bijvoorbeeld uitgaat van de organisatie van mensen met de ziekte van Crohn of een andere aandoening, en je laat een specifieke toiletpas zien waarop staat dat je behoort tot die groep, dan weet je dat er risico is op stigma en dat mensen terughoudend kunnen zijn. Natuurlijk staat er niet echt op welke aandoening je hebt, maar als je een toiletpas hebt die is uitgegeven door die organisatie, dan weet je het eigenlijk wel. Ik zou echt willen vragen om daar de volgende periode verder op in te zetten.
Minister Gennez heeft het woord.
Minister Caroline Gennez
Ja, ik denk dat al uw opmerkingen zeer waardevol zijn en dat we het beleid verder gaan uitrollen richting zo’n uniforme toiletpas.
Ik denk effectief – u hebt er zelf naar verwezen – dat de lokale besturen een belangrijke rol kunnen spelen. U weet waarschijnlijk dat Inter een charter aanbiedt naar een toegankelijke gemeente, waarbij we de lokale besturen ook vanuit Vlaanderen kunnen ondersteunen en begeleiden bij de uitbouw van een geïntegreerd lokaal toegankelijkheidsbeleid, niet alleen naar toegankelijke publieke voorzieningen, maar ook voor het openstellen van heel veel sanitair, zowel privaat als publiek, toegankelijk voor mensen voor wie het nodig is.